Loes Kurpershoek
"Ik ben eigenlijk wel heel sentimenteel, geloof ik" Arnhemse Koerier 11maart 1992 Ter gelegenheid van de expositie in Galerie Profaan, Elst       Een van binnenuit geleide hand is de rode draad  die loopt door de expositie met schilderwerk van Loes Kurpershoek. Haar oeuvre kenmerkt zich door een abstract karakter, waaraan elke duidelijk herkenbare voorstelling ontbreekt. De getoonde schilderijen ontstaan onder invloed van elementen die in het gevoelsleven van de schilderes voortschrijden en dan leiden tot de vaak zo zinderende kleurvelden die worden opgebracht. Bij Profaan zal een collectie getoond worden die voor een belangrijk deel is ontstaan in het najaar van 1991 tijdens een verblijf van twee maanden in de Dordogne. Het is stil in het atelier van Loes Kurpershoek als we er binnenkomen, maar dat blijkt wel eens anders te zijn. Als er geschilders wordt, schalt de muziek rond. Liefst klanken die een romantische uitstraling hebben. "Keihard, dat geluid", zegt ze. "De Carmina Burana van Orff bijvoorbeeld roept zo'n indringend gevoel bij me op. Ja, ik ben eigenlijk wel heel sentimenteel geloof ik". Naar beeldmateriaal zoek je verder in deze omgeving vergeefs. De Gelderse Kunstkalender hangt wel aan de wand, met het ongeïllustreerde schutblad voor, terwijl het jaar al ruimschoots zijn loop heeft genomen. Ook vanuit die hoek komen geen impulsen. Zelfs haar eigen schilderijen, velden van een zinderende kleurenweelde, stralen je niet tegemoet. Je ziet alleen de spieramen aan de achterzijde en een enkele cijfercode op de latten. "Dat wil ik zo", reageert ze ten antwoord op een opmerking in die richting. "Nee, geen beelden om me heen; dat zou me maar afleiden van mijn bedoelingen." Die bedoelingen zijn aanvankelijk nog in duister gehuld. Maar welk streven kan er nu schuil gaan achter een schilderij dat een duidelijk beeld schijnt te missen? Je ziet immers slechts een stelsel van intense kleuren dat de gedachte kan leiden? Vroeger Het geeft enigszins aan hoe het proces van schilderen bij de abstract werkende kunstenaar -die zich ontdoet van de herkenbare realiteit- verloopt. Toch zijn die geschilderde voorstellingen er wel geweest, vroeger. "Vroeger ging ik uit van een thema, zoals 'het stierenvechten' of 'roofvogels'. De met veel kleur omgeven strijd van zo'n man in de arena, speelt zich bij mij eigenlijk ook af. Die knagende vraag aan jezelf: 'Bereik ik wel wat ik wil?' komt steeds terug. Zeker ben je immers nooit van je zaak, maar je moet verder, het is je vak." "Dan komt het moment dat je je echt hebt leeg geschilderd. Kapot ben je dan, volkomen op. Pas dan ben je gekomen op het punt dat je zocht: dat ogenblik van pijn en ook die vreugde." "Mijn schilderijen hebben meestal geen titels, ik geef ze een nummer. Dat past me het beste, want ik werk niet vanuit een bepaalde thematiek. Op de Academie krijg je wel een thema opgedragen, omdat daardoor het gesprek op gang kan worden geholpen. Uit gewoonte ga je er dan aanvankelijk mee door, maar in mijn geval is een titel geen verhelderende bijdrage. Bij mij gaat het erom dat de kleur dient aan te sluiten bij mijn gemoedsgesteldheid." "Er zijn mensen die in mijn schilderijen aanvoelen hoe ik mij geconfronteerd voel met mijn bestaan, het zijn en niet-zijn. Niet alleen het recente overlijden van mijn vader speelt daarbij een rol, maar ook het eerdere sterven van een jong kind waarvan ik ontzettend veel hield of het niet stand houden van bepaalde relaties..." Zulke ervaringen zetten haar dus op het spoor van haar emoties met de vreugden en de smarten. Het zijn gevoelens die de schilderes ook terug voelt komen bij het zien van een van die doeken. "Ja, hier heb ik vel strijd geleverd. Ik had het niet in de hand. In de avond ging ik toch nog even kijken en dacht toen: Laat het maar zo. Toon maar dat het je tegen zat." (...) Ja, nou hier, dat ging helemaal niet! Dan word je zo woest, dan ram je bijna door het doek heen van kwaadheid. Ik ben er maar bij weggelopen. De volgende dag kwam ik terug en heb de chaos toen wat bijgesteld. Nu is het goed zo. Met dat kleine ding daar had ik die problemen in het geheel niet, dat ging meteen weer lekker." Het is duidelijk dat er alleen sprake kan zijn van waarneembare samenhang in het werk van Loes Kurpershoek als we het oog richten op de schilderkunstige handelingen. Alleen die zijn namelijk zuiver persoonlijk gebonden en daardoor te zien als de uiteindelijke factoren die het signalement van de schilderes bepalen. Toch zoekt ze voor haar presentatie bij Profaan wel naar een lijn. Frankrijk "De rode lijn door het werk in Elst houdt verband met mijn verblijf van ruim twee manden in Frankrijk, de Dordogne, vorig najaar. Daar hadden we een oud schooltje gehuurd waar we konden wonen en schilderen. Het lag boven op een heuvel aan het eind van een doodlopende weg. We gingen erheen zonder radio of tv. Alleen wat boeken, een schaakspel en de schilderspullen. Een heerlijke tijd daar. Je kreeg er als vaste gasten dagelijks de vogels." "Ik had mezelf voorgenomen om 's morgens te schilderen. In de middag trokken we er op uit met de stafkaart. Ik genoot van die luchten en dat gouden licht. Je voelde je helemaal alleen op deze wereld." Onnodig te zeggen: Frankrijk was een vruchtbare periode die ook nu nog zijn nawerking heeft. Er wordt een nieuw doek op de ezel gezet: "Dit tweeluik is hier gemaakt... Eens kijken of het zo goed staat. Ja, zo moet ie! Soms heb ik er zelf moeite mee om te bepalen wat de stand is, want tijdens het schilderen draai ik het doek voortdurend rond. Doordat draaien ontstaat er iets waarop ik reageer. Bijkomend probleem is dan wel dat ik na afloop bijna niet meer weet wat de opzet was." Kleurenorgie Problemen? En als zo'n schilderij nu eens per ongeluk door een ander op zijn kop zou worden gehangen? "Ja, dat zou ik natuurlijk verschrikkelijk vinden, want uiteindelijk gaat het om dit schilderij. Gek eigenlijk he, terwijl ik het zelf ronddraai als ik bezig ben! Overigens zal ik een aantal van mijn grootste doeken niet in Elst kunnen hangen, en dat is natuurlijk wel jammer, maar er blijft nog voldoende over om een goede collectie te brengen, geloof ik." In elk geval zal het ook nu weer gaan om een orgie van kleuren, waarmee ieder zijn eigen band kan smeden. Die band zal dan wel een emotioneel karakter dragen, zonder evenwel aan de voorstellingen gebonden te zijn. "Ik hoop dat de mensen zullen ontdekken wat er hangt. Ik hoop dat ze iets meekrijgen van de gevoelswaarde die erachter zitten," zegt Loes Kurpershoek. "Het gaat immers niet om een stel van die vlekken en ook wil ik niet werken met een soort trukendoos: als je geel naast blauw zet, dan... Het is ook heel goed als je er periodiek niets mee kan. Zo gaat het immers in het leven ook."